De Correspondent interviewde wetenschapper Robbert Dijkgraaf. In dat interview benoemt hij het verschil tussen de houding van een kunstenaar en van een wetenschapper. De ontwerpend onderzoeker versus de verklarend onderzoeker, in mijn eigen woorden. Het is een bepaalde stijl die je aangeleerd krijgt op kunstacademie versus universiteit. Een wetenschapper wil het eerst allemaal begrijpen volgens universele methoden en het plaatje passend maken, terwijl een kunstenaar het voor zichzelf verkent en eigen maakt. Luister zelf naar dit interessante interview, of lees het transcript van een gedeelte van de interview dat ik het meest relevant vind voor mijn onderzoek.

Citaat – Tussen circa 10:00 en 15:00:

Robbert Dijkgraaf: “Het is toch altijd de mens die zich dingen verbeeldt die er niet zijn, en dan maakt. […] De echte grote kunst is in staat om het beeld dat alleen in de kunstenaar zelf zit, wat hij of zij als enige oppakt, en nooit iemand anders zal doen, […] en het dan uiteindelijk te maken en met ons te delen. […] Het [kunst, lw] heeft die enorme vrijheid, en die had ik niet geproefd in de wetenschap.”
[…]
Lex Bohlmeijer: “Ben jij een betere wetenschapper geworden doordat je een tijdje kunstenaar bent geweest?”
Robbert Dijkgraaf: “Nou, wel een andere. Mijn grote probleem in de wetenschap is dat je het allemaal wel goed begrijpt, tienen kunt halen van tentamens, maar okee, hoe kun je nu verder? En juist omdat je het allemaal zo wilt begrijpen, heb je ‘oh, het past allemaal perfect’, maar dan past het perfect, maar wat dan? En je moet eigenlijk die rafelige rand van de wetenschap proeven. Van ja, wacht even, het klopt allemaal niet en ze doen ook maar wat… Nou, dan denk je op een gegeven moment: ik kan dat ook. Ik ga meedoen. En dat is iets wat ik heel erg op de kunstacademie heb geleerd. Want daar word je gewoon van begin af aan in het diepe gegooid. En dan kan je best nog wel een baantje trekken, blijkt ineens, en dat was heel erg bevrijdend. En voor mij was echt dat gevoel van je hebt een leeg vel papier en je kan er gewoon wat opschrijven. Het gaat er niet om wat je maakt, het gaat erom dat je eigenlijk voor jezelf iets verkent, en dat je het eigen maakt. En die houding heb ik daarna eigenlijk altijd wel proberen vast te houden. [….] Die vrijheid.”