Voor Critical Reading heb ik de Dutch Design Week (DDW) kritisch onder de loep genomen. Hieronder beschrijf ik eerst het standpunt van de DDW: het auteurschap. En daarna beschrijf ik de events die ik heb bezocht en wat het me heeft opgeleverd.

Auteurschap
De thema’s – Bio Design, Digital, Future Concepts, Health, Living, Material, Social Design, Sustainable Design – nestelen zich in het grote jaarthema van de DDW: ‘the making of’. Met dit thema probeert de DDW de klassieke definitie van design te doorbreken en wil design “[…] benaderen als een creatieve mentaliteit met een impact die exponentieel toeneemt.” (ddw.nl, 2016a) Het gaat niet alleen om wat de designer of kunstenaar maakt maar ook om hoe hij dit bedenkt en maakt. Daarnaast is de DDW ervan overtuigd dat designers “[…] ons met andere ogen [laten] kijken naar actuele thema’s en vraagstukken […]” (ddw.nl, 2016a). En tot slot ziet de DDW specifiek Dutch design als een “[…] permanente weerslag van een cultuur en mentaliteit, […]. We herkennen het oplossingsgerichte denken, het functionele, het humanisme, de vrijdenkers, de brutaliteit, de humor, de relativering, het eigenzinnige, het niet denken in hiërarchische barrières, het onconventionele.” (ddw.nl, 2016b) Met deze drie argumenten onderbouwt de DDW haar standpunt dat niet alleen het product maar ook het maakproces van de designer het waard is om Eindhoven een week op zijn kop te zetten.

Events
Tijdens de Dutch Design Week heb ik op 27 oktober zes events bezocht. Hieronder geef ik voor de drie events waar ik de meeste opbrengst voor mijn onderzoek vond het standpunt en referentiekader van de auteurs, voorbeelden waarin hun standpunt naar voren komt en hoe dit zich verhoudt tot mijn eigen onderzoek.

1. Designing behaviour
Studio ‘Reframing Academy’ maakt voor haar cursussen en trainingen gebruik van de Vision in Product Design van de TU Delft. De studio noemt dit ‘reframing’ en dit leidt “tot een bewuste (re)constructie van de toekomst” (reframingacademy, 2016). Tijdens de DDW boden Femke de Boer, Emilie Tromp en Arjen Oenema een workshop aan waarin je leert om interventies te ontwerpen die impact hebben op mens en maatschappij.

Standpunt. De workshop past in het thema Future Concepts. De manier waarop designers denken – het buzzwoord ‘design thinking’ – is volgens hen zó inspirerend dat je het hier en nu achter je laat en nieuwe mogelijkheden vindt voor de toekomst (ddw.nl, 2016d).

Referentiekader. Een belangrijke auteur en tevens oprichter van de Reframing Academy is Matthijs van Dijk, hoogleraar Applied design aan de TU Delft. Samen met Paul Hekkert, hoogleraar Vormtheorie aan de TU Delft, schreef hij het boek Vision in Product Design: Handbook for Innovators (2011). Beide hoogleraren lijken een fascinatie te hebben voor design en emotie: van Dijk is één van de oprichters van ‘Design & Emotion Society’ (TU Delft, 2016a), Hekkert is voorzitter van dezelfde club (TU Delft, 2016b). In hun boek benoemen zij John Chris Jones als grondlegger van hun visie. Hij zegt dat design een reden van bestaan moet hebben – designers moeten meer aandacht krijgen voor het probleem dat opgelost moest worden voordat zij gaan ontwerpen (wikipedia, 2016a).

Voorbeelden. In de workshop gingen we aan de slag met drie fasen waarin het een probleem werd bestudeerd: context level, interaction level en product level. In de eerste fase verzamel je contextfactoren, daarna cluster je de factoren en probeer je tot slot samenhang tussen clusters te vinden. In de tweede fase moet je je statement definiëren: wat is volgens jou de oplossing voor het probleem? In de laatste fase denk je na over interventies.

Positie ten opzichte van eigen onderzoek. In mijn onderzoek ben ik op zoek naar tools die mij en mijn collega’s inspireert om op een andere manier onderzoek te doen, bij voorkeur met gebruik van visualisaties. De manier waarop de Reframing Academy de clustering aanpakten, vond ik erg inspirerend en kan ik zeker gebruiken in mijn werk. De workshop was echter meer voor beleidsmakers dan voor onderzoekers bedoeld. Het leek er namelijk op alsof we een beleidstheorie (Hoogerwerf & Herweijer, 2003) ging maken.
Ook vroeg ik me door deze workshop af wat zij precies onder ‘design thinking’ verstaan – alleen doordat je informatie visualiseert, vind ik niet meteen dat je aan design thinking doet. Het kan ook zijn dat zij met deze tools designers willen aanzetten tot nadenken, en dat zij dat dan design thinking vinden. Dat past ook binnen het standpunt van Jones die designers oproept om na te denken over het probleem dat zij met hun design willen oproepen. Voor beleidsmakers is deze workshop dan juist weer minder relevant.
Overigens gaven de workshopleiders na mijn opmerking dat ik vond dat we te weinig tijd hadden voor de fasen (en daardoor te kort door de bocht waren) aan dat dit een ‘pressure cooker’-versie was van hun reguliere workshop. Zij zijn met teams soms een jaar bezig om een ‘statement’ te formuleren. In dat geval zijn deze tools minder relevant voor mijn onderzoek, maar het zette me wel aan het denken over wat design thinking nu is en hoe ik herken of het alleen buzz is of the real thing.

2. Jongens van de Tekeningen
Op het Ketelhuisplein stonden in een kas de Jongens van de Tekeningen, in het buitenland beter bekend als Flatland. Bij deze jongens (en meisjes) staan twee begrippen centraal: ontwerpend denken (daar komt ‘ie weer: design thinking) en visueel denken. In de kas op de DDW kon je een workshop volgen, maar ik heb alleen gesproken met één van de medewerkers: Tomas Pasma.

Standpunt. Tussen de regels door (op hun website) lijkt deze expositie zich het beste te plaatsen onder Future Concepts. Zij helpen organisaties via visueel denken “bij het maken van strategie en het in beweging krijgen van mensen” (JVDT.BV, 2016).

Referentiekader. De vier oprichters van de Jongens van de Tekeningen komen allen van de TU Delft – Tomas Pasma, Piet van Rosmalen en Bob van Putten Industrial Design Engineering, Nathan Volkers vanuit de Bouwkunde/Architectuur (via linkedin). Zij zijn afkomstig van de Club van Delft, opgericht door twee TU-studenten (waaronder Nathan Volkers) en gestoeld op de gedachte dat studenten op een frisse, onbevangen manier naar bepaalde vraagstukken uit het bedrijfsleven kijken (Delft op Zondag, 2009). Dat is inmiddels negen jaar geleden dus de frisse blik zal niet meer het enige referentiekader zijn.
Wel gaf Tomas aan tijdens het gesprek dat ik met hem had dat zij veel gebruikmaken van het boek van Dave Gray – gamestorming. Dave Gray is van mening dat ook mensen in een kenniseconomie tot op zekere hoogte creatief moeten zijn. Creativiteit stimuleer je volgens hem met een set aan tools, niet door één proces telkens opnieuw uit te voeren. Die tools biedt hij aan in zijn boek. (gamestorming.com, 2016)
Een andere auteur die hen inspireert – ik zag boeken op tafel liggen – is Dan Roam, bekend van ‘The back of the napkin’, ‘Blah blah blah’, ‘Show and tell’. Zijn motto is: verhelder complexiteit, verban verwarring en versla angst. Hij is overtuigd van het probleemoplossend vermogen van visualisaties. (Roam, D., 2016)
Tot slot verwees Tomas me naar Tom Wujec – how to draw a toast. Hij is ervan overtuigd dat mensen ‘intuively break down complex things into simple things and bring them back together again’. (TEDtalks, 2015)

Voorbeelden. In de kas op het Ketelhuisplein hangen legio voorbeelden van hun overtuiging: de Jongens van de Tekeningen zitten zeker niet stil en hebben inmiddels bij zowel bedrijfsleven als overheid workshops en visualisaties gemaakt. Tom gaf een voorbeeld van een workshop over de Omgevingswet, een complex onderwerp. Zij speelden een aanvraag na, van bureau tot bureau, waarbij ook dezelfde wrijving naar boven kwam als in het echt. Maar waardoor uiteindelijk ook een gedeeld beeld (letterlijk) ontstond van het proces. Aan het eind van de workshop hadden zij hun proces in beeld, plus alle problemen die opgelost moesten worden.

Positie ten opzichte van eigen onderzoek. Het visualiseren van informatie op zo’n manier dat er een breed draagvlak voor ontstaat (een gedeeld BEELD) past goed in mijn onderzoek. Ik ben op zoek naar werkwijzen om die informatie te verhelderen en zo te visualiseren dat een nuttig beeld ontstaat. Ik ben niet zo gecharmeerd van het commerciële karakter dat bijvoorbeeld Dan Roam uitstraalt, maar met de tools kan ik zeker mee verder. Daarnaast was ik erg blij met de tips die Tomas gaf en moet binnenkort een spel op mijn werk organiseren waarvoor ik deze informatie goed kan gebruiken.

3. VPRO Medialab is wondering: is it time for the HoloLens
Helaas kwam ik te laat voor mijn reservering bij de HoloLens maar ik kon nog wel een andere bezoeker de HoloLens zien ervaren. Voor VPRO Medialab heeft niemand minder dan één van de twee ambassadeurs van de DDW van dit jaar – Maarten Baas – een verhaal ontworpen voor een nieuw medium: de HoloLens. De HoloLens is een apparaat waarmee je mixed reality kunt ervaren, virtuele informatie die zich vermengt met de werkelijkheid via de HoloLens. Het verhaal dat Maarten Baas ontwierp ging over een boom die zich over 200 jaar ontpopt als stoel.

Standpunt. Het Medialab van de VPRO verkent het vertellen van verhalen via nieuwe platforms (VPRO, 2016a). Ook Maarten Baas onderschrijft het verkennen van totaal onbekende processen, samen met andere disciplines (DDW, 2016e). Dit event past binnen het thema Digital.

Referentiekader.De VPRO ziet in [een] veranderende [media]landschap een grote noodzaak om te experimenteren met technologische, esthetische en inhoudelijke vernieuwing. Het gaat dus naast het ontwikkelen van nieuwe manieren om een verhaal binnen te laten komen bij de kijker, ook om het zoeken naar nieuwe maatschappelijke relevantie.” (VPRO, 2016b) Maarten Baas is een kunstenaar/designer afkomstig van de Design Academy Eindhoven. Thema’s als schoonheidsidealen en geweld van de tijd (wikipedia, 2016) komen terug in zijn werk – zo ook in de tentoonstelling van de DDW.

Voorbeelden. Bij de tentoonstelling van Maarten Baas heb ik niet alleen de HoloLens bekeken, maar heb ik meer werken bekeken. Zijn stijl sprak me erg aan: hij prikkelt de kijker en maakt nieuwsgierig. Je hebt telkens het gevoel dat hij een grap met je uithaalt, maar tegelijkertijd ook belangrijke zaken wil aansnijden. Zoals tijd. Ik heb de tentoonstelling bekeken vanuit storytelling: hoe vertelt hij zijn verhaal/verhalen.

Bij de ingang hingen drie banners met de woorden KLEI, ROOK en TIJD met drie gedichten van Ingmar Heytze, drie relevante quotes (Frank Zappa, Alexis de Roode en Remco Campert) en drie relevante beelden/werken (stoel (clay furniture), brandende stoel en een klok). Het voelde als een voorwoord voor de tentoonstelling, of een soort inleiding: hier gaat het over. En vervolgens rook je rook, dat van één van de werken kwam, als een soort verleiding om door te lopen. De hele tentoonstelling kwam als een boek op mij over: voorwoord/inleiding, hoofdstukken (waaronder stoelen, het strandbeest (Theo Jansen), tijd/klok, HoloLens, nieuwe inspirerende designers). Ik miste alleen het nawoord of het slot: toen stond ik opeens buiten.

Positie ten opzichte van eigen onderzoek. Storytelling – ook zo’n buzzwoord – is een ontwikkelgebied voor mijzelf. Ik merk dat designers bewust of onbewust het storytellen veel meer eigen zijn dan niet-designers. Bij het visualiseren van informatie voor de buitenwereld (publicaties) is storytelling ook belangrijk, bij het visualiseren ten behoeve van analyse minder: dan worden de verhalen juist ontdekt. Storytelling van Maarten Baas is natuurlijk heel anders dan storytelling in een rekenkamerpublicatie, maar het inspireert me wel. Ik kijk anders naar design door deze focus en zie hoe bijzonder knap sommige verhalen worden verteld. Dat is iets wat ik miste bij mijn bezoek aan de derde verdieping van de Design Academy Eindhoven (graduation show) – meer product dan verhaal.

Bronnen
DDW. (2016a). Geslaagde 15de DDW trekt meer dan 295.000 bezoekers. DDW.nl op 31 oktober 2016.
DDW. (2016b). Over DDW – missie en visie. DDW.nl op 31 oktober 2016.
DDW. (2016c). Sponsoren. DDW.nl op 31 oktober 2016.
DDW. (2016d). Designing behaviour – Reframing Academy. DDW.nl op 1 november 2016.
DDW. (2016e). VPRO Medialab is wondering: is it time for the HoloLens? DDW.nl op 1 november 2016.
Delft op Zondag. (2009). De Club van Delft is een aanbieder van creativiteit. Delftopzondag.nl op 1 november 2016.
Gray, D. (2016). About. Gamestorming.com op 2 november 2016.
Hoogerwerf, A. & M. Herweijer (2003) Overheidsbeleid; een inleiding in de beleidswetenschap. Alphen aan den Rijn: Wolters Kluwer.
JVDT.BV. (2016). Jongens van de tekeningen. Jongensvandetekeningen.nl op 1 november 2016.
Reframing Academy. (2016). Wat is reframing? Reframingacademy.nl op 1 november 2016.
Roam, D. (2016). Dan Roam’s Napkin Academy. Napkinacademy.com op 2 november 2016.
TEDtalks. (2015. Tom Wujec: Got a wicked problem? First, tell me how you make toast. Via youtube.nl op 2 november 2016.
TU Delft. (2016a). Prof.ir. M.P van Dijk (Matthijs). Io.tudelft.nl op 1 november 2016.
TU Delft. (2016b). Personal page of Paul Hekkert. Studiolab.io.tudelft.nl op 1 november 2016.
VPRO. (2016a). Een virtual realitybril waar je wél doorheen kunt kijken. Vpro.nl op 1 november 2016.
VPRO. (2016b). Over het medialab. Vpro.nl op 1 november 2016.
Wikipedia. (2016a). John Chris Jones. Nl.wikipedia.org op 1 november 2016.
Wikipedia. (2016b). Maarten Baas. Nl.wikipedia.org op 2 november 2016.